Wereldkampioenschap wielrennen
interview
retro

Ronse ’63 revisited. Het WK 1963 door de ogen van Guillaume Van Keirsbulck en Katrien Van Looy

10min leestijd   door Stijn Vanderhaeghe op 12 september 2022
Zondag 11 augustus 1963. In en rond Ronse wordt het wereldkampioenschap wielrennen op de weg georganiseerd. Zeventien plaatselijke ronden van zo’n 16,4 km met de Kruisberg en enkele nijdige kasseistroken als voornaamste kuitenbijters. Net geen 280 km droog aan de haak. Voer voor kilometervreters. En – zo zou naderhand blijken – voor liefhebbers van bloedstollende intriges, vergezochte complottheorieën en al dan niet valse beschuldigingen. De hoofdrolspelers van dit drama, Rik Van Looy en Benoni Beheyt, worden vertegenwoordigd door Katrien Van Looy en Guillaume Van Keirsbulck.

Zoals bekend klopt Benoni Beheyt na een schijnmanoeuvre van diens Wiel’s-Groene Leeuwploegmaat Gilbert ‘Smetje’ Desmet – BB is bovendien zijn aangetrouwde neef – de Belgische kopman, favoriet en tweevoudig regerend wereldkampioen (1961 en ’62) Rik Van Looy op de meet. Dat moment staat te boek als wellicht de meest onregelmatige sprint aller tijden, die gek genoeg zonder gevolgen bleef. Van Looy had de voltallige Belgische ploeg nochtans elk 50.000 Belgische frank beloofd als iedereen hem tenminste aan een nieuwe wereldtitel zou helpen. Mocht dat niet lukken, kreeg niemand een rooie cent, alle eventuele opofferingen ten spijt. Waarop het gemor onder de ‘helpers’ begon. Piraterij in de dop.

Het is zo’n typisch wielerverhaal waarvan de voornaamste hoofdrolspelers zeggen ‘Dat moeten we later zeker aan onze kleinkinderen vertellen’. Welaan dan. In gedachten zien we zowel Beheyt als Van Looy – dikke sigaar en dubbele whisky on the rocks in de aanslag – aan het haardvuur zitten. Tot pantoffelhelden verworden pelotonheersers peinzend in geruite peignoir, omdat strepen nog steeds te veel pijn doen. Regenbogen met een rafelig randje, weet je wel. Starend in het even deinend als dovend vuur dat hen ooit zo hard vooruit brandde. Zou het?

Koersgekke kleinkinderen

Laat het ons gewoon vragen aan die al even koersgekke kleinkinderen. In het winnend kamp van weleer treffen we Guillaume Van Keirsbulck (30), na passages bij onder meer QuickStep en CCC sinds kort teamgenoot van onder meer Tim Merlier en Mathieu van der Poel bij Alpecin-Fenix. Zijn vader Kurt was eind jaren tachtig, begin jaren negentig ook nog even wielerprof. Moeder Claudien Beheyt is de dochter van Benoni.

De notoire veelwinnaar – maar verliezer van toen – wordt vertegenwoordigd door Katrien Van Looy (32), die van 2007 tot en met 2012 onder meer koerste voor Topsport Vlaanderen en de Lotto Belisol Ladies. Daarvoor specialiseerde ze zich als ranke atlete op de 1.500 meter en het veldlopen. Op de piste behaalde ze vier Belgische titels, in de cross zelfs vijf. Tot een hardnekkige beenvliesontsteking die steile opgang in de atletiek deed stokken waarna ze alsnog in grootvaders voetsporen trad en overschakelde op de koersfiets. Zij is de dochter van Riks enige zoon André Van Looy en diens vrouw Greet Lievens.

Met Guillaume en Katrien keren we terug naar het roerige Ronse van begin jaren zestig. Daar waar hun opa’s zo goed als zij aan zij een paar bladzijden – of zeg maar gerust enkele vuistdikke boeken – nauwelijks te bevatten wielergeschiedenis schreven, lang voor de prille dertigers een eerste keer het levenslicht zagen.

Volksopstand

“Goh, mijn opa is nooit een wreed grote babbelaar geweest,” steekt Van Keirsbulck van wal. “Over dat wereldkampioenschap van 1963 heeft hij me uiteraard wel een aantal zaken verteld. Hoe de sprint in zijn ogen verliep, hoe hij zich voelde die dag en zo. Wanneer dat precies was, weet ik niet meer. Ik ben met die verhalen opgegroeid en stond er verder nooit bij stil. Blijkbaar moet hij tijdens de koers aan Rik Van Looy gezegd hebben dat hij last had van krampen en zich echt niet goed voelde, terwijl dat totaal niet het geval was. Later is daar trouwens nog een grap over gemaakt: sommigen beweerden dat opa tegen Van Looy gezegd zou hebben dat het ‘zou kampen tussen hen’, terwijl Van Looy ‘Ik heb krampen’ verstond. (lacht)

Daarna zocht hij Gilbert Desmet op om hem precies het omgekeerde te vertellen: dat hij zich ontzettend goed voelde en voor eigen rekening wilde spurten. Met Gilbert maakte hij vervolgens een afspraak dat die de sprint voor hem zou aantrekken en niet voor Van Looy. Op die manier slaagde hij erin de kopman van de Belgische ploeg te kloppen. Ik denk nu wel niet dat Gilbert en opa per se Rik Van Looy ostentatief een hak wilden zetten die dag. Nee, het ging vooral over het feit dat opa zijn kans schoon zag om wereldkampioen op de weg te worden. In zijn geval was dat wellicht – en dat is naderhand ook gebleken – een once-in-a-lifetime-ervaring, dus waarom zou je die unieke kans niet met beide handen proberen grijpen? Opa had nu eenmaal een snelle sprint in de benen.”

Opa heeft nooit spijt gehad van de manier waarop hij zijn enige regenboogtrui veroverde. Mocht het te overdoen zijn, hij zou krek hetzelfde doen.
4 2 f1662977584
Guillaume Van Keirsbulck

En of. Zelfs in hoogst tumultueuze omstandigheden. Diep in de finale van het WK ’63 springt de Brit en ‘halve Vlaming’ Tom Simpson plots weg. De latere wereldkampioen (1965) had duidelijk geen zin in een immer gevaarlijke pelotonspurt. Maar dat was buiten de waard – in dit geval Gilbert Desmet – gerekend. Smetje smeet zich in het zog van de demarrerende Simpson en diende daarmee een dubbel doel: enerzijds zette hij op die manier Rik Van Looy veel te snel vol in de wind en anderzijds trok hij zo schier achteloos de sprint aan voor Benoni Beheyt die lonkend in het wiel van de Belgische speerpunt zat. Met lede ogen zag Major Tom prompt zijn ultieme aanvalspoging in het water vallen. Een massaspurt zou het zijn.

Van Looy zat veel te vroeg geïsoleerd op kop en zag zijn kansen op een zuivere hattrick – drie opeenvolgende wereldtitels op de weg – meter na meter slinken. Halsstarrig probeerde hij alsnog het roer om te gooien. Behoorlijk letterlijk zelfs. In de hoop voorop te blijven week hij fel uit naar links. Net aan die kant probeerde Beheyt zijn kopman te passeren. Met zicht op de regenboog was de remmen dichtgooien absoluut geen optie, dus duwde Benoni in een reflex zijn landgenoot van hem af. Op die manier stuiven de kemphanen over de finish, Beheyt zo’n tien centimeter eerder dan Van Looy. Het ondenkbare is gebeurd. De kopman is geklopt. De emoties van bondscoach Briek Schotte pendelen minutenlang tussen algehele euforie en opperste verwarring.

Anno 2021 zou de bronzen Nederlander, wijlen Jo de Haan, altijd de lachende derde geweest zijn. Zowel Van Looy – in volle sprint zwaar van zijn lijn afgeweken – als Beheyt – handen niet thuisgehouden in de spurt – zouden onherroepelijk gediskwalificeerd worden. Niet zo in de zomer van ’63 in Ronse. Wellicht vreesde de internationale jury een niet te stuiten volksopstand. Daar draaide het trouwens sowieso bijna op uit …

Koude oorlog

“Daarover vertelde opa me dat hij de laatste zestig meter niet meer gesprint heeft, omdat hij Van Looy moest wegduwen om niet in de dranghekkens te belanden en te vallen,” vervolgt Van Keirsbulck. “Lap je dat nu iemand, word je direct uit de uitslag geschrapt. Vroeger werd blijkbaar een beetje soepeler omgesprongen met de regels. Maar voor de talrijk opgedaagde supporters van Rik Van Looy kon de manier waarop opa net wereldkampioen was geworden echt niet door de beugel. Boegeroep en verwensingen waren zijn deel. Dat heeft een grote invloed gehad op het verdere verloop van zijn wielercarrière. Afzien is een groot woord, maar op den duur vond hij het niet meer plezant om vrijwel overal waar hij kwam om te koersen in België uitgescholden te worden door verstokte Van Looy-aanhangers. Die hebben het WK van Ronse blijkbaar nooit kunnen verkroppen. Aangenaam is anders.

Op zijn 28ste hing hij zijn koersfiets al aan de haak. Al heeft opa wel nooit spijt gehad van de manier waarop hij zijn enige regenboogtrui veroverde. Mocht het te overdoen zijn, zou hij krek hetzelfde doen. Zoiets kunnen ze je tenslotte nooit meer afnemen. Stel dat ik ooit in die situatie verzeild zou geraakt zijn, had ik trouwens ook geen moment getwijfeld. Al zie ik zoiets vandaag niet meer snel gebeuren. Vroeger was het in de koers toch meer elk voor zich. Nu krijgt iedereen vooraf een specifieke taak, terwijl dat toen toch nog veel minder was. Een gezonde dosis muiterij loerde vrijwel om iedere hoek. Tussen Rik en opa zelf is het maar heel even koude oorlog geweest, vernam ik. Later zijn ze nog samen criteriums in Frankrijk gaan rijden.

Veel souvenirs heeft opa zelf niet bijgehouden. Zijn originele regenboogtrui ligt bij mijn mama thuis in De Haan en zijn medaille is te zien in het Museum van de Wielersport in Roeselare. En ik kreeg ooit het authentieke zadel waarop hij wereldkampioen werd cadeau, alsook zo’n oude worstenhelm, die hij trouwens niet veel gedragen heeft. Dat koester ik wel. Het zadelmerk is helaas niet meer te lezen, omdat het zodanig versleten is. Waar de rest van zijn WK-fiets is, weet ik niet.

Ik heb ook nooit het parcours gereden van het WK ’63, nee. Een tijdje geleden was ik wel in Ronse, samen met mijn neef en belofte Cériel Desal, omdat je daar een goeie verdeler van Oakley-koersbrillen hebt. Ik vroeg daar of zij wisten waar de arrivee precies lag, omdat ik dacht dat dat bovenop de Kruisberg was, terwijl het maar een simpele straat is waar verder niks te zien is. (lacht) Dat was toch een lichte desillusie, ja. Maar de herinnering blijft wel mooi.”

Alleen in België lag dat moeilijker. Pas toen ik zelf begon te koersen, vertelde opa meer en meer over zijn eigen ervaringen. Toen ik bij de nieuwelingen begon, ging hij zelfs mee trainen. Op dat moment had hij nog zijn fietsenhandel in Roeselare. Hij gaf me trouwens mijn eerste koersfietsje van het merk Ventura cadeau. Het heeft lang bij mijn tante gestaan, maar onlangs kreeg ik het terug. Nu is het gedemonteerd met de bedoeling om het te restaureren. Het kleine, felgeel met donkerblauw koerskader – iets wat vandaag niet meer gemaakt wordt – hangt momenteel in mijn fietswerkplaats aan de muur.

Familieman Van Looy

Het geromantiseerd beeld dat we voor ogen hadden van een honderduit vertellende Rik Van Looy wordt meteen fors bijgesteld door zijn kleindochter Katrien. “Mijn grootvader is nooit echt de grootste verteller geweest,” zegt ze. “Als wij iets wilden weten over zijn wielercarrière moesten we dat echt zelf vragen. Zelf begon hij daar nooit spontaan over. Zeker over dat specifiek WK in ’63 heeft hij me nooit iets gezegd. Pas op, ook niet over de twee voorgaande WK’s die hij wel won. Het is ook nooit in me opgekomen om hem daar ooit iets over te vragen. Ik weet dat hij nooit happig geweest is om interviews te geven en dat heb ik ook altijd gehad. Laat ons maar in de luwte, die schijnwerpers hoeven niet zo nodig. Uiteraard weet ik dat hij alle klassiekers gewonnen heeft en twee keer wereldkampioen werd, maar verder …

Bij hem thuis herinnerde ook niks aan de koers, behalve een paar oude bekers in de kelder. Hij gaf alles weg aan supporters. Dat schonk hem meer voldoening dan het zelf allemaal bij te houden. Ik geloof wel dat er één wereldkampioenentrui bij mijn nicht thuis hangt. Kijk, voor mij is hij gewoon mijn grootvader, een echte familieman, terwijl anderen hem zien als hun grootste wielerheld. Daar associeer ik hem totaal niet mee. Bovendien is hij sinds het verlies van grootmoeder Nini, die begin 2021 op 88-jarige leeftijd overleed na een slepende ziekte nog wat stiller dan anders geworden, maar dat is volkomen begrijpelijk natuurlijk. Ze waren altijd samen. Zoiets vergt toch tijd om te verwerken, hoe oud je ook bent …”

Dit artikel verscheen eerder in Etappe #08 (2021).

Het achtste nummer van Etappe staat in het teken van de regenboogtrui. Onder meer Nicolle Van den Broeck, Eloi Meulenberg en Ronse '63 geven kleur aan deze editie.

Zin in meer WK-verhalen? Haast je naar onze shop!

KOERSshop

Wereldkampioenschappen wielrennen 1963

De wereldkampioenschappen wielrennen op de weg van 1963 werden gehouden op 10 (amateurs en vrouwen) en 11 (profs) augustus in Ronse. De ploegentijdrit voor amateurs werd op donderdag 8 augustus gehouden in Herentals. De wedstrijd bij de profs eindigde in een verwarde massaspurt. Vooraf waren de Belgische deelnemers overeengekomen om voor Rik Van Looy te rijden, die op zoek was naar zijn derde wereldtitel. Maar Gilbert Desmet en Benoni Beheyt, die voor een andere merkenploeg reden dan Van Looy, hadden eigen ambities. In de spurt werd Van Looy belaagd door Jan Janssen en Beheyt. Met een weinig sportieve zwieper hield hij Jan Janssen tegen, maar de 22-jarige Beheyt duwde nog net zijn wiel vóór dat van Van Looy over de streep. Achter hen werd Jo de Haan derde. Outsider Benoni Beheyt zou nadien niet veel plezier beleven aan zijn wereldtitel. Rik Van Looy zou al zijn invloed aanwenden om Beheyt te dwarsbomen, en in 1968 beëindigde die zijn wielersportcarrière. De Italiaan Flaviano Vicentini werd wereldkampioen bij de amateurs. Hij versloeg drie medevluchters in de spurt. Gerben Karstens won de spurt van de achtervolgende groep vóór Henk Cornelisse. Yvonne Reynders behaalde haar derde wereldtitel bij de dames. De ploegentijdrit voor amateurs werd gewonnen door het Franse viertal, vóór dat uit Italië en de Sovjet-Unie. Het verschil tussen de tweede en derde plaats was amper acht honderdste van een seconde. Nederland, met Cor Schuuring, Piet Cooremans, Bart Zoet en Martin van Ginneken werd zevende van de 21 deelnemende ploegen.
serviceKoers

Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.