Ode aan Roger
Dankzij zijn bijnaam Monsieur Paris-Roubaix zal Roger De Vlaeminck voor eeuwig en altijd verbonden blijven met deze koers, al is zijn erelijst veel uitgebreider dan de Helleklassieker alleen. De Vlaeminck zat zeker tijdens deze wedstrijd gebeiteld op zijn fiets.
Sportfotograaf Maurice Terryn wist Roger diverse keren op beeld vast te leggen. Een ode aan vakmannen Roger én Maurice.
A match made in heaven
In het wel erg uitgebreide palmares van Tom Boonen zal Parijs-Roubaix ongetwijfeld een speciale plek krijgen. Al van in de jeugd wist Boonen zich op dit parcours te onderscheiden. Na een ereplaats bij de beloften, pakte Boonen als neoprof meteen een derde plaats. Op het podium in 2002 noemde winnaar Johan Museeuw hem zijn opvolger.
Meer nog, Boonen deed met vier zeges nog beter dan Museeuw. Als prof werd hij ook nog twee keer tweede en één keer derde. Van een koers-op-zijn-maat gesproken! Anno 2017 strandt hij tijdens zijn allerlaatste deelname - op deze fiets - op een 13 de plaats.
Vrouwen aan de start
2 oktober 2021. Een historische dag in de wielerwereld. Want dan wordt voor de allereerste keer Paris-Roubaix Femmes verreden. De koers werd oorspronkelijk voorzien voor oktober 2020 - corona zorgde voor een serieuze hertekening van de wielerkalender. Maar opnieuw door corona moest daar van afgezien worden. Pas een jaar later kon de allereerste editie echt doorgaan.
De Britse Lizzie Deignan toonde zich de sterkte en zegevierde na een solovlucht van meer dan 80 kilometer. Belgisch kampioene Lotte Kopecky had ook haar zinnen gezet op deze race maar moest mede door pech vrede nemen met een 15de plaats. Deze rugnummers werden gebruikt door Elizabeth Deignan en Elisa Longo Borghini van de TREK-Segafredo-ploeg.
Geen vierde zegen voor Museeuw
In 2004 doet Johan Museeuw nog een ultieme gooi naar een vierde zege in Parijs-Roubaix. Voor de gelegenheid rijdt hij met een gepersonaliseerde fiets en helm; Tot op zo'n acht kilometer voor de finish lijkt die overwinning nog in zicht. Een lekke band gooit echter roet in het eten.
Na aankomst gooit Leeuw Museeuw zijn met een leeuwenkop voorziene valhelm ontgoocheld op de grond en trapt deze stuk. Wielerfan Helmut Lotti, die deze wedstrijd in de ploegwagen volgde, vraagt schoorvoetend naar de helm en krijgt die uiteindelijk mee.
Aan de vooravond van WO I
In 1914 is Parijs-Roubaix aan haar 19de editie toe. Dat jaar staan 153 renners aan de start De Fransman Marius Auriaux is één van hen. Slechts 90 deelnemers halen de finish. Auriaux komt als 58ste over de meet. Het brede kader en de extra lange wielbasis en de houten velgen moeten voor het nodige comfort zorgen.
Na deze editie, gewonnen door Charles Crupelandt, zorgt de Eerste Wereldoorlog voor een onderbreking van vier jaar. Een aantal deelnemers van de editie in 1914 laten ook het leven. Ook drievoudig winnaar Octave Lapize is één van de vele ontelbare oorlogsslachtoffers.
#RideForDaan
28 maart 2016 is een zwarte pagina in de geschiedenis van de wielersport. Die dag overlijdt de West-Vlaamse wielrenner Daan Myngheer na een hartaanval tijdens het Internationaal Wegcriterium in Frankrijk. Myngheer werd net geen 23 jaar.
Als eerbetoon aan Daan starten heel wat renners twee weken later in Parijs-Roubaix met het opschrift #RideForDaan. Die leuze is ook te zien op deze fiets van Jasper Stuyven, die hij toen gebruikte in de Helleklassieker.
De dubbel van Georges Claes
Op de erelijst van Parijs-Roubaix staan heel wat Belgen. Nadat Gaston Rebry in 1934 en 1935 twee jaar op rij wist te zegevieren, is Georges Claes de tweede Belg die deze dubbel lukt.
Nadat hij in 1944 al zesde werd, pakte hij zowel in 1946 als 1947 de zege in Noord-Frankrijk. Zoon Georges junior vertelde ooit dat zijn vader nog zelf naar Parijs moest sporen en ter plekke een hotel moest uitzoeken...
Als blijvend aandenken aan die dubbelslag opende Claes senior na zijn carrière in woonplaats Boutersem een café dat de naam Parijs-Roubaix droeg. Dit iconisch café werd in 2021 verkocht.
Twee winnaars in één jaar
De renners André Mahé, Jseus Moujica en Frans Leenen worden tijdens Parijs-Roubaix 1949 door een agent de verkeerde kant uit gestuurd, maar weten desondanks voorop te blijven met de ondertussen aangesloten Martin. André Mahé wint de koers, maar wordt net als zijn medevluchters gediskwalificeerd wegens het niet volgen van de route. En dat terwijl hij net als Moujica en Leenen kilometers extra reed!
De jury bepaalt na protest dat de vijfde, Serse Coppi, ex aequo met Mahé wint. Dat Serse als medewinnaar in de uitslag wordt opgenomen, dankt hij vooral aan de maanden aanhoudende druk die zijn broer Fausto uitoefent.
Gejaagd door de wind
Tot medio jaren 1960 wordt de erelijst in Parijs-Roubaix hoofdzakelijk gevuld door Franse, Belgen en af en toe een Italiaan. Anno 1964 wint met Peter Post voor het eerst een Nederlander. Dankzij een stevige rugwind vestigt Post meteen ook een snelheidsrecord. Hij wint met een gemiddelde van 45, 129 km/uur, een record dat overeindt blijft tot in 2017. Al kan het parcours van 1964 niet vergeleken worden met dat van in ' 17 - het aantal kasseikilometers was toen een pak minder.
Een-tweetje tussen de broers Pélissier
In 1921 spelen Henri en Francis een hoofdrol in Parijs-Roubaix. De scherprechter is de heuvel van het Noord-Franse plaatsje Doullens. Daar gaan de twee oudste Pélissiers ervan door. Een selecte groep andere renners weet hen nog bij te halen. Maar Henri kan zich ontdoen van zijn metgezellen en komt solo aan op de velodroom van Roubaix. Weinig later komt Francis als tweede over de meet. De originele trofee, uit de verzameling van Noël Grégoire, die Henri kreeg na zijn zege bevindt zich in de kelk van deze trofee. Het huldeplaatje op de marmeren voet herinnert aan de podiumplaatsen van de broers.
Monument Michael Golaerts
We naderen het Franse dorpje Viesly. Op de nabijgelegen Secteur pavé de Viesly à Briastre kwam op zondag 8 april 2018 de 23-jarige Michael Goolaerts ten val na een hartstilstand. Enkele uren later zou hij overlijden. De kasseistrook in het Noord-Franse Biastre waar de onfortuinlijke renner ten val kwam, heet voortaan Secteur pavé Michael Goolaerts. Er werd hier ook een herdenkingsmonument opgericht. Michael Goolaerts maakte deel uit van de Belgische ploeg Veranda’s Willems – Crelan, het team waar toen onder andere Wout Van Aert toe behoorde.
Monsieur Paris-Roubaix I
Nog voor Roger De Vlaeminck zich Monsieur Paris-Roubaix kon noemen, kon Gaston Rebry zich die titel toe-eigenen. Rebry won als eerste Belg ooit drie keer in de Hel van het Noorden: in 1931, 1934 en 1935.
Alcyon voorziet de fiets van Rebry in 1934 van speciaal frame. Onderaan op de zitbuis is een kraantje aangebracht waarmee Rebry zijn ketting kan voorzien van verse olie. Wat een pluspunt is in droge en stofferige koersomstandigheden.
In 2010 werd Rebry het ereburgerschap in de gemeente Ledegem toegekend. Een jaar later werd een boek over zijn leven en carrière gepresenteerd, geschreven door onder meer twee Rebry-familieleden. En in Wevelgem kan je tot op vandaag de Gaston Rebry-mountainbikeroute rijden.
Berggeit wint ook op de stenen
Wie Sylvère Maes zegt, denkt meteen aan zijn twee eindzeges in de Ronde van Frankrijk (1936, 1939). Parijs-Roubaix was in 1933 zijn eerste grote overwinning geworden. De hele wedstrijd streed hij vooraan met medevluchters Julien Vervaecke, Thalinger en Antonin Magne. Aan de streep bleven na een ontsnapping van 160 kilometer alleen Vervaecke en Maes over, waarna Maes met drie lengten voorsprong de sprint won.
In 1948 hield hij ermee op als renner en werd hij onder meer cafébaas. Zijn café doopte hij Au Paris Roubaix zoals Gaston Rebry deed, maar wel Café Tourmalet, een verwijzing naar de beruchte en beroemde Pyreneeëncol waar hij ooit gensters sloeg.
Het verdriet van België
In 2016 wil Tom Boonen geschiedenis schrijven: een vijfde zege in Parijs-Roubaix zou van hem alleen recordhouder van de Helleklassieker maken. Maar in de laatste honderden meters loopt het toch mis. De Australiër Matthew Hayman blijkt een tikkeltje sneller en snoept Boonen op de valreep een unieke, vijfde kasseitrofee af.
De verslagenheid bij het Belgische commentatorenduo Michel Wuyts en Karl Vannieuwkerke is groot.
Hun Franse collega’s daarentegen bewieroken de uitmuntende prestatie van Hayman...
A Sunday in Hell
De documentaire A Sunday in Hell, van de hand van de Deense cineast Jorgen Leth, is misschien wel één van de mooiste in beeld gebrachte odes aan de fiets en de koers. Leth brengt aan de hand van diverse camerastandpunten het verloop van Parijs-Roubaix 1976 in beeld, van de voorbereiding tot na de finish. Op de beelden zweven onder meer Roger De Vlaeminck en Francesco Moser over de kasseien. Finaal gaat de West-Vlaming Marc Demeyer met de zege lopen.
Een portret van Roger Rosiers
Sinds 2016 werkt KOERS samen met de opleiding sportjournalistiek aan de Howest (Kortrijk). Studenten gaan op zoek naar renners en rensters met een verhaal. Anno 2016 trekt Emma Smekens naar Roger Rosiers. Rosiers won in 1971 Parijs-Roubaix en vertelt over zijn carrière en zijn grootste zege.
Les Amis de Paris-Roubaix
Parijs-Roubaix staat synoniem voor kasseien. Medio jaren zestig en zeventig wordt de authentieke kasseistroken in Noord-Frankrijk bedreigd door een asfalteringsgolf. Om de nog bestaande kasseistroken te redden, wordt in 1977 Les Amis de Paris-Roubaix opgericht.
Les Amis streven twee doelen na: het voortbestaan van de kasseien verzekeren en het imago van de wedstrijd uitdragen. Daarvoor ondernemen ze verschillende acties:
Meer dan de helft van het budget van Les Amis gaat naar onderhoud, want een gebrek daaraan is vandaag bedreigender voor de stenen dan de kans op asfaltering.
De hattrick van de Keizer
Tot op vandaag wisten met Tom Boonen en Roger De Vlaeminck slechts twee renners vier keer te zegevieren in Roubaix. Het lijstje met drievoudige winnaars is met 7 winnaars al uitgebreider. Na Gaston Rebry is Rik Van Looy de tweede Belg die daar in slaagt. In 1961 wint hij voor het eerst, een jaar later doet hij die prestatie over.
Anno 1962 wint Van Looy op deze fiets die KOERS enkele jaren terug kon overkopen van een particuliere verzamelaar. Na 1962 wint Van Looy in 1965 voor een derde keer.
Leon Vandaele
Leon Vandaele behaalde in 1958 de grootste overwinning uit zijn loopbaan: Parijs-Roubaix. Op de wielerbaan van Roubaix klopte hij de snelsten van het peloton: Miguel Poblet, Rik Van Looy en Rik Van Steenbergen.
Vandaele maakte hierbij handig gebruik van zijn ervaring als pistier. Deze overwinning dreef de spanningen met zijn ploegmaat/kopman Rik Van Looy verder op. Het seizoen daarna verliet hij de Faema-ploeg en tekende bij het pas opgerichte Flandria-team van de gebroeders Claeys uit Zedelgem.
Roubaix in de Tour
Roubaix is meer dan alleen maar de aankomststad van een beruchte kasseisklassieker. De Noord-Franse stad duikt ook met de regelmaat van de klok op in de Tour de France. Volgens de Franse gespecialiseerde website Le Dico du Tour fungeerde Roubaix sinds 1947 al 20 keer als aankomstplaats voor een Touretappe en al 23 als village du départ.
Het tragische einde van Lucien Storme
In het peloton hadden ze aan Lucien Storme, geboren in 1916 en dus een kind van de oorlog, een taaie klant, met bovendien meer snelheid in de sprint dan Gaston Rebry, de oud-Parijs-Roubaix-winnaar met wie hij trainde. Na een jaar legerdienst reed hij in 1938 een beresterke Helleklassieker: na een mislukte poging in Carvin slaagde hij er op zeventien kilometer van de aankomst in te ontsnappen met Louis Hardiquest, een landgenoot uit Hoegaarden. Zelfs een lekke band op acht kilometer van het einde kon hem niet tegenhouden.
Hij kreeg een ander wiel, sloot weer aan bij zijn medevluchter en versloeg hem met dertig meter voorsprong. Storme moet dan nog 22 worden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt Storme als smokkelaar opgepakt en opgesloten in een Duitse gevangenis. Tijdens de bevrijding werd hij per ongeluk doodgeschoten door Amerikaanse soldaten. In zijn geboortedorp Nieuwkerken krijgt hij enkele decennia later een gedenkplaat.
Pavé Bernard Hinault
De kasseistrook van Haveluy wordt genoemd naar Bernard Hinault, winnaar van de editie 1981. Bernard Hinault vond Parijs-Roubaix een wielerwedstrijd onwaardig omwille van het grote risico op mechanische pech en valpartijen. Als regerend wereldkampioen wilde hij in 1981 de criticasters echter de mond snoeren door te bewijzen dat hij de kasseien wel kon overwinnen. Daarna zou hij de helleklassieker nooit meer rijden.
Jean Stablinski en Arenberg
In de jaren zestig ging men ijverig op zoek naar nog bestaande kasseistroken in Noord-Frankrijk om het imago van Parijs-Roubaix te redden. Het is in deze context dat Jean Stablinski (o.a. wereldkampioen in 1962) in 1968 voorstelde om de doortocht van het Bos van Wallers-Arenberg in het parcours van Parijs-Roubaix op te nemen. Hij kende deze weg nog van toen hij in de steenkoolmijn had gewerkt. Het bos heeft een verschrikkelijke reputatie bij de renners omwille van de vele valpartijen (bijv. in 1998 brak Johan Museeuw er zijn knieschijf bij een val).
De Verrijzenis van Museeuw
Het bos van Wallers-Arenberg, Parijs-Roubaix 1998. Kasseispecialist Johan Museeuw komt zwaar ten val en moet met een gebroken knieschijf afgevoerd worden. Museeuw verkeerde in bloedvorm en had onder meer al E3 Harelbeke en de Ronde van Vlaanderen gewonnen. Die bewuste dag in Noord-Frankrijk groeit al snel uit tot een nachtmerrie. De leeuw loopt een infectie op en er wordt zelfs even gevreesd voor een amputatie.
Museeuw wacht een keiharde en lange revalidatie. Zijn rentree viert hij tijdens Dwars door België 1999. In 2000 wint hij opnieuw Parijs-Roubaix, iets wat hij in 2002 op deze fiets opnieuw doet. Van een revanche gesproken!
Pont Gibus
Pont Gibus is de benaming van een kasseistrook uit Parijs-Roubaix, net na de doortocht van het bos van Wallers-Arenberg. “Gibus” verwijst naar de Franse wielrenner Gilbert Duclos-Lassalle, die deze bijnaam kreeg omdat hij in de Ronde van Frankrijk ooit poseerde met een “gibus”, een soort buishoed. Zijn supporters schilderden “Pont Gibus” op een oude spoorwegbrug halverwege voornoemde kasseistrook. Gilbert Duclos-Lassalle won in de nadagen van zijn carrière tweemaal de helleklassieker: in 1992 en 1993.
Pavé John Degenkolb
Sedert 2020 wordt de “secteur” van Hornaing, de langste kasseistrook van Parijs-Roubaix (3 700 m), genoemd naar de Duitse renner John Degenkolb. Degenkolb won de helleklassieker in 2015 en schreef ook de kasseienrit uit de Ronde van Frankrijk 2018 op zijn naam. Het is de 1ste maal dat een kasseistrook genoemd wordt naar een nog actieve renner. Hij kreeg dit eerbetoon omwille van zijn inzet om de juniorenversie van Parijs-Roubaix van de (financiële) ondergang te redden.
Terpstra triomfeert in de Hel
2014 is zonder twijfel het topjaar van Niki Terpstra. De Nederlander start zijn seizoen met een ritzege en eindwinst in de Ronde van Qatar en wint ook in Dwars door Vlaanderen. Tijdens de Ronde van Vlaanderen pakt hij de zesde plaats. Triomferen doet hij opnieuw in Parijs-Roubaix.
Op minder dan tien kilometer voor de streep maakt hij deel uit van een beperkte kopgroep, samen met nog twee ploegmaats. Op zes kilometer voor het einde waagt de Nederlander zijn kans. Met succes en want hij komt solo aan op de piste in Roubaix.
Vinciere Insieme
Iconisch. Op een andere manier valt de aankomst van Parijs-Roubaix 1996 niet te beschrijven. Op 80 kilometer van de streep versnellen Mapei-ploegmaats Johan Museeuw, Gianluca Bortolami en Andrea Tafi. Een vierde ploegmaat, Franco Ballerini, moest het groepje door een lekke band laten gaan. Het trio houdt stand en stevent af op een wel erg fraaie ploegprestatie. Een betere realisatie van het ploegmotto Vincere Insieme (samen overwinnen) kan eigenlijk niet. Vanuit de ploeg wordt beslist dat Museeuw als eerste zijn wiel over de finish in Roubaix zal duwen. Dat heeft als gevolg dat op het moment dat Museeuw op een kleine 10 kilometer voor de aankomst lek rijdt, zijn ploegmaats hem moeten opwachten. Ongezien taferelen in de finale van een klassieker!
Pavé Marc Madiot
De kasseistrook van Beuvry-la-Forêt naar Orchies wordt genoemd naar Marc Madiot, tweevoudig winnaar van “La Reine des Classiques” (1985 en 1991). Iedereen kent Marc Madiot momenteel als de wat extravagante sportdirecteur van La Française des Jeux.
Pascal Sergent, huishistoricus van Paris-Roubaix
Dat een wedstrijd als Parijs-Roubaix tot de verbeelding spreekt, is een evidentie. Het typerende parcours, de historiek en heroïek zijn voer voor heel wat publicaties. Roubaisien Pascal Sergent maakte deze koers tot zijn favoriet onderwerp van studie. Naast een resem boeken over Parijs-Roubaix houdt hij er ook een erg fraaie verzameling met deze koers gelinkte objecten op na.
Hij bezit onder meer een trui waarin Franco Ballerini één van zijn twee zeges behaalde; de trui waarin Andreï Tchmil zegevierde, fietsen gelinkt met deze koers,... In het weekend van 2 en 3 april exposeerde Sergent nog een selectie van zijn collectie tijdens een tentoonstelling in het Noord-Franse dorp Toufflers, op de Frans-Belgische grens.
De koers die zijn leven veranderde
"Winnen in Roubaix heeft mijn leven helemaal veranderd. Winnen of tweede worden, dat maakt een enorm verschil. Er is maar één plaats die telt. Daar ben ik het beste voorbeeld van. Zelf begin ik er nooit over – mensen móéten niet weten dat ik Parijs-Roubaix gewonnen heb – maar had ik niet gewonnen, dan was ik een van de zovele coureurs geweest. Terwijl ik er nu nog over aangesproken word," aldus Dirk Demol
De zege van Dirk Demol in 1988 blijft hem tot op vandaag - in positieve zin - achtervolgen. Demol stond geboekstaafd als knecht, maar overstijgt die status voor één dag in april 1988. Na zijn zege wordt de West-Vlaming als een volksheld onthaald in zijn gemeente Bavikhove.
Coupe du Monde
De wielerfederatie UCI introduceert in 1989 de Coupe du Monde, een verre opvolger van de Trofee Desgrange-Colombo. Met de Coupe du Monde worden de belangrijkste eendagskoersen gebundeld in een regelmatigheidsklassement. Het Franse watermerk Perrier fungeert als hoofdsponsor.
Anno 1989 draagt de leider in het klassement een opvallend shirt. De Fransman Laurent Fignon is de allereerste leider. Door zijn zege in de Ronde van Vlaanderen dat jaar neemt Edwig Van Hooydonck de leiding over. Met dit shirt staat Van Hooydonck aan de start van Parijs-Roubaix. Jaren later doneert Edwig dit shirt aan de Waalse verzamelaar Noël Grégoire, die het onderbrengt in KOERS.
Sean King Kelly
In de jaren tachtig wordt het internationale wielrennen gekleurd door vedettes als Bernard Hinault en Sean Kelly. De Ier Kelly kan zowat op alle terreinen uit de voeten. 's Mans erelijst is zonder meer uitzonderlijk te noemen. In totaal zegevierde King Kelly tien keer in een klassieker. De Ronde van Vlaanderen wist hij nooit te winnen, Parijs-Roubaix wel. Twee keer was hij hier de beste: in 1984 en 1986.
Gewapend naar de Hel
Om de lijdensweg op de kasseien zo comfortabel mogelijk te maken, worden de teamfietsen gepimpt. Kopman Boonen en schaduwkopman Devolder krijgen een speciale, voor Parijs-Roubaix gebouwde Eddy Merckxfiets met een langer kader, in functie van meer stabiliteit.
Boonen zelf laat onder zijn stuurlint stukken tuinslang monteren, om zo de schokken beter te kunnen opvangen.
Aan het buitenblad van zijn fiets – voorzien van een kaderplaatje met nummer 1 – is een extra stuk metaal aangebracht dat er moet voor zorgen dat de ketting niet van het tandwiel springt. De andere ploegmaats moeten het stellen met hun reguliere koersfiets.
Alle fietsen krijgen tubes van 25 mm – breder dan de reguliere versies – met een druk tussen de 5,5 bar en 6 bar, een stuk lager (en dus comfortabeler op kasseien) dan gewoonlijk.
Finishen... voor de gebouwen van La Redoute
Na een heroïsche zege in de Ronde van Vlaanderen anno 1985, weet Eric Vanderaerden in 1987 een tweede klassieker toe te voegen aan zijn palmares. Dat jaar is de Limburger de beste in Parijs-Roubaix. Na meer dan zeven uur wedstrijd wint hij voor landgenoten Patrick Versluys, Rudy Dhaenens en Jean-Philippe Vandenbrande. Zegevieren doet Vanderaerden echter niet op de Velodrome, maar – uitzonderlijk - voor de fabrieksgebouwen van sponsor La Redoute.
Secteur Guesdon
Frédéric Guesdon, momenteel sportdirecteur bij Groupama-FDJ, is de laatste Franse winnaar van Parijs-Roubaix. In 1997 won hij op de wielerbaan van Roubaix, tot zijn eigen grote verbazing, de spurt van de kopgroep met op de dichtste ereplaatsen Jo Planckaert en Johan Museeuw. Sedert eind maart van dit jaar wordt de kasseistrook tussen Bourghelles en Wannehain naar hem genoemd.
Carrefour de L'arbre
Op de kasseistrook van Carrefour de l’Arbre (vrij vertaald “het kruispunt van de boom”) werd al vaak Parijs-Roubaix in een beslissende plooi gelegd. Deze zware kasseistrook (2,1 km lang) werd met de hoogste quotering van vijf sterren bedacht en bevindt zich op slechts 16 km van de aankomst in Roubaix. Langs deze strook staat het bekende café-restaurant L’Auberge de l’Arbre.
Monument Hennie Kuiper
Iedereen herinnert zich nog wel de foto van Hennie Kuiper die ongeduldig staat te wachten op de volgauto nadat de tube van zijn velg liep op de kasseistrook van Hem. Dit belette hem niet om de editie 1983 van Parijs-Roubaix op zijn naam te schrijven. Twintig jaar later werd deze overwinning van Hennie Kuiper met een monument in brons op de plaats des onheils vereerd. Nadat het in 2013 werd gestolen, werd het vervangen door een aluminium sculptuur, enkele kilometers verder, op een meer beschermde locatie.
Espace Charles Crupelandt
De Espace Charles Crupelandt is de benaming van de laatste kasseistrook, vlak voor het binnenrijden van de wielerbaan van Roubaix. Deze vlot rijdende kasseistrook werd aangelegd in 1996 n.a.v. de honderdste verjaardag van de helleklassieker. Tussen de kasseistenen liggen tegels met de namen van alle winnaars van dit wielermonument. De strook wordt genoemd naar de Franse wielrenner Charles Crupelandt, afkomstig uit Roubaix, en winnaar van de edities 1912 en 1914.
Vélodrome André Pétrieux
De piste van Roubaix, ook nog de Vélodrome André Pétrieux (André Pétrieux was een sportambtenaar van de stad Roubaix) genoemd, werd in 1936 aangelegd en deed vanaf 1943 dienst als aankomstplaats van de helleklassieker. Uitzonderingen op deze traditie waren de edities van 1986 tot 1988 (bijv. dit was zo bij de overwinning van Dirk Demol in 1988). Naast de Vélodrome André Pétrieux bevindt zich sinds 2012 de overdekte wielerbaan “Le Stab”, genoemd naar de gewezen Franse wielrenner Jean Stablinski.
Het prototype van deze applicatie werd ontwikkeld in samenwerking met UGent-imec IDLab.
Uw browser voldoet niet aan de minimale vereisten om deze website te bekijken. Onderstaande browsers zijn compatibel. Mocht je geen van deze browsers hebben, klik dan op het icoontje om de gewenste browser te downloaden.